Ronny Eelen is een meester houtdraaier, hij exposeert met zijn werk ‘Flow’ bij Moktamee. Hij exposeert met 5 gedraaide smalle schijven als een balanceer-act van hout. De titel verwijst naar het maakproces en water. Want een keer teveel druk of weerspannig materiaal en het ontwerp valt letterlijk in het water.
Ronny heeft 20 jaar houtdraaier ervaring en Stormloop gaf hem een uitdaging. Houtdraaien is volgens hem kunst en ambacht, als het goed gedaan is met een duidelijke kennis van materiaal is heel veel mogelijk.
Als het object dat je maakt mensen raakt, maak je de stap van gebruiksvoorwerp naar een verhaal. Ronny’s drijfveer is het idee… veel ideeën belanden echter gewoon in een schetsboek, en worden vaak niet tot een realisatie gevormd. Omdat het er teveel zijn, door tijdsgebrek, en uiteraard om het publiek geheim dat de vlieger moeilijk opgaat met kunst als broodwinning alleen…
Ronny en ik waren akkoord betreft symbolische interpretatie van zijn werk, namelijk dat eerlijke groei traag is, maar daarom net zo waardevol en prachtig, net zoals de jaarringen die zich vormen in een boom.
Zijn inspiratie is omvatten in “The beauty of the many is in the beauty of every single one”. Hij haalt mosterd betreft houtbewerking bij Moulthrops; Christian Burchard; Ernst Gamperl; Alain Mailland; Art Liestman, elk prachtige makers met elke hun eigen idee van schoonheid.
Maar op eerste plaats is hij maker en werker… en geeft hij graag workshops betreft hout & houtdraaien aan gegadigden.
Hou hem zeker in het oog, momenteel vind je hem & zijn werk terug bij MOKTAMEE.
Soms is kunst mooi. Soms provoceert ze. Soms beide tegelijk.
In dat opzicht is Stormloop al gelukt.
Het meest provocatief zijn de waterkruiwagens van Willem Boel op de Zuidkant van de Grote Markt.
De kritieken van voorbijgangers en bewoners zijn vaak niet mis.
Gegrinnik, geschimp en gezucht zijn omnipresent.
Is dàt kunst?
Wat betekent dat nu weer?
Blijft die lelijkheid tot 22 mei voor mijn deur staan?
Ze versmossen hier water terwijl het land kreunt onder de droogte.
De kunstenaar, de curator, en Geert Verbist die het werk er absoluut bij wou, provoceren.
Als ze de kans krijgen het uit te leggen, dan luidt het onder meer:
Dat over heel de wereld fonteinen op de markt staan.
Dat het water niet uit de drinkwaterkraan komt, maar opgepompt is uit een put nabij het kanaal.
Dat het kunstwerk een aanklacht is tegen de volledige verharding van de Grote Markt die belet dat water doorsijpelt in de grond.
Dat het een provocerende voorbode is van de ‘vergroening’ en ‘verblauwing’ van de Markt die in aantocht zouden (!) zijn.
Dat het kunstwerk het overgebruik van water aanklaagt door een landbouw die veel te veel inzet op vleesproductie: een onnoemelijk aantal van die kruiwagens water blijkt nodig te zijn om één kilo biefstuk te kweken.
Enzovoort.
De kritiek en het gegrinnik verstommen dan.
De groep die deze uitleg kreeg, gaat – militant geworden – verder naar het volgende kunstwerk.
Degenen die niet luisterden of niets vroegen, blijven geprovoceerd achter en blijven grommen en grinniken.
Ons blogteam ging weer het hele weekend op stap. Ze kwamen terug thuis met deze foto’s. Mooie herinneringen voor wie er bij was, interessant materiaal voor zij die er helaas niet bij kunnen zijn.
Op het Eilandje (huisnummer 30) bevindt zich het ministerie van unieke zaken. Dit ministerie huisvest tijdens STORMLoop een echte zomerbar, samen met een wonderbaarlijke expo van Galerij Artisjok.
Galerij Artisjok organiseert tentoonstellingen, workshops, kunstverkoop, art events, … De galerij wilt kunst dichter bij mensen brengen en schoonheid in leegte. De vrijwilligers en kunstenaars zetten zich samen in voor Lier als kunststad. Voor STORMLOOP vaardigen ze vier van hun kunstenaars af: Eva Nauwelaerts, Gino Lucas, Matthias De Wolf en William Sweetlove.
Bar fête de l’eau
Op deze locatie kun je ook even pauzeren in een gezellige tuinbar speciaal opgericht voor STORMLoop met sympathieke barkeeps Aline en Sandra, schol ! Geniet van een drankje op een unieke locatie, met zicht op de monding van de Kempische Vaart en het Albertkanaal. Een stukje geschiedenis en cultuur in één stroming. Wie weet spot je wel een zeemeermin en een kanjer van een loze visser.
Op zondag 15 mei is er in de namiddag een coole dj aan het draaien!
Saskia Dekkers bewijst dat een schapenvacht niet uit de mode hoeft te zijn. Haar werk is een harmonieuze samenvoeging van dit dierengoed met zorgvuldig uitgekozen kleuren en zo weet ze bij mij een uit verrassing ontsproten ‘Aha!’ uit te lokken.
Want als een koppige ezel heb ik een dergelijke schapenvacht altijd als een luxegoed beschouwd dat alleen maar dient om zacht en weelderig onder stevige babybilletjes te liggen. Met recht en rede snoert Saskia Dekkers met haar werk mijn mond.
Ofschoon mijn hardnekkige oordeel zich zomaar zou laten verjagen, tovert ze het als een Medea, doch met een zachte moederhand, weg naar een ondergrondse tombe om er nooit meer uit te komen. En dat doet ze right in your face wanneer je Artpalathos nietsvermoedend binnenkomt. Een witblauw woltapijt doet je op slag hunkeren naar de tijd dat je nog een baby met blote billetjes was met de wreef van je voeten van contentement hoog in de lucht.
Maar om Saskia Dekkers als een profeet met een belerende vinger te beschouwen, zou een stap te ver zijn. Ik ben ondertussen op een leeftijd gekomen dat ik Barbiepoppen, alhoewel jaren geleden mijn lievelingsspeelgoed, er een beetje oenig vind uitzien. Met hun perfecte, magere lijfjes en dagen aan een stuk lekkend eenmaal ze mee in bad waren genomen, blijven ze ondanks alles uniek in hun soort. En dat weet Saskia Dekkers ook.
Ze weet met een professionele nauwkeurigheid Barbies met schapenvacht te kleden en om te toveren tot wulpse, volslanke modellen. En laat dat de kracht van Saskia Dekkers zijn. Een goedlachse kunstenares die de lijn tussen het serieuze werk en de luchtigheid van kunst tot een flinterdun gesponnen draadje weet te reduceren. Naar mijn persoonlijke mening vind ik het spel tussen bittere ernst en luchtige humor de kracht van haar werk.
Zelf een fervente poolbiljartspeelster zijnde, kan ik bevestigen dat voor dit soort ballenspel een stabiel ego nodig is. De kunst is om dat ego bij elke stoot in een juiste dosis in te zetten, want omstreeks het einde van het spel is het het ego dat beslist of er gewonnen wordt of niet. En laat poolbiljart nu net het soort spel zijn dat je als een venijnige sar uitlacht.
De speeltafel lijkt niet groot, de ballen zijn van een esthetische schoonheid en de pockets zijn zo talrijk aanwezig dat er geen schietgebed moet gepreveld worden alvorens te scoren. Een trefzekere overwinning is in oprichting alleen al bij het aanschouwen van zo’n tafereel. Maar eenmaal de eerste stoot gestoken is, laat de plaaggeest zijn ware aard zien en naarmate het spel vordert wens je jezelf liever op een eetdag ten voordele van mierenneukerij dan dat je aan het poolen bent.
En dat dankzij mijn vaste tegenstander: Jan De Schutter. Wiens creatieve geest tijdens het poolen van het noorden naar het westen en terug naar het noorden reist. Terwijl elke stoot van mijnentwege een verzetsbeweging is tegen zijn pogingen om mijn stabiele ego te doen wankelen. En laat het de aanhouder zijn die wint want al dat nastreven van een eervolle overwinning moet op een bepaald moment lonen.
Als kunstminnend persoon moet ik toegeven dat mijn stabiele ego toch ietwat begint te wankelen wanneer ik zijn stilleven van het poolbiljart als een trouwe waarnemer van zijn werk aanschouw. En kan ik enkel besluiten dat elke cent dat ik in frisse pintjes heb gestoken om een verlies te verdrinken of een overwinning te vieren het waard is geweest als dit verfspel het resultaat mag zijn.
Pierre François is het soort kunstenaar die je met zijn werken schuldig doet voelen wanneer je tijdens de solden achteloos en enkel omdat het goedkoop is iets hebt gekocht wat je eigenlijk niet nodig hebt. Met de nauwkeurigheid van een metselaar die op een drukke bouwwerf al zijn zintuigen moet afsluiten om met onverdeelde aandacht een loodrechte muur te metselen, schildert Pierre François zijn schilderijen. Want bij de eerste aanblik van zijn werk zou je er vergif op innemen dat het om foto’s gaat. Maar eenmaal je zijn kunstwerk benadert en goed bekijkt, blijkt het verf op doek te zijn. Het T-shirt dat ik ter waarde van nul euro en zonder het goed te bekijken uit een doos tweedehandspullen heb gegraaid, wil uit schaamte terug in diezelfde doos kruipen.
Want het schilderij waar ik nu naar kijk confronteert mij met het gegeven dat ongeveer niet goed genoeg is en dat schoonheid te vinden is daar waar de onverdeelde aandacht ligt. Hoe meer woorden Pierre François gebruikt om zich uit te drukken, hoe minder en des te noodzakelijker zijn de details die je in zijn schilderijen ontwaart en dat getuigt van een zekere graad van creatieve intelligentie.
In de kelder van de Kapel vinden we de schilderijen van Lieven Maes en de film ‘Stormtijden’ van Tim Van der Schraelen en Jef Versmissen. Jef leidt ons snel even rond. Zin in meer? Spring dan zeker even binnen als je aan de Kapel bent!
Koen Van Nieuwenhuyze glimlacht gezellig met alle ellende van deze wereld, dankzij zijn sculpturen op basis van verborgen design uit het verleden. Meer uitleg is er niet nodig, gewoon genieten.
Participant 92, oude school van de Kapel, Wolstraat 27
Waanklank Records is een onafhankelijk platenlabel dat sinds 2020 fictieve singles uitbrengt van fictieve bands. Eigenlijk geven vooral de hoezen een impressie van de illuzware Waanklank-wall of sound.
Je vindt Waanklank Records in Café Den Brigand, Bovenrij 59.
In het Stadspark staat wel een zeer vreemde container … of is het een walvis? Een walviscontainer? Lichtkunstenaar Peter Snijder zocht zijn inspiratie in het sprookje van Pinokkio en brengt zo Monstro de leven tot leven.
De zeecontainer is de gestrande walvis, het symbool voor economische waanzin en drager van hebberigheid, als metafoor voor de zoektocht om uit de alles verzwelgende logge structuur van alledaagse monstruositeiten los te breken.
Gepetto overwint zijn monster en laat de walvis aanspoelen, als getuige van het gevecht tegen de angst voor de monsters van vandaag.
Het blogteam ging langs bij participant An Ouderits, die tentoonstelt in Coffeebar Rij 62 in de Bovenrij. In de handgedraaide keramiek van Wat ANders krijg je een heel andere kant van An te zien. Ze geniet volop van het trage proces van het ambacht.
An, leg eens uit: Coffee meets ceramics!
Als professioneel muzikant ben ik altijd creatief bezig geweest. Al kon ik in klassieke muziek te weinig mijn creatieve ei kwijt. Na een omzwerving langs het lager onderwijs als workshoporganisator voor muzische vakken, kwam ik toevallig achter de draaischijf terecht. Die goesting was er al jaren, maar door het drukke gezinsleven met 3 kinderen, nooit volbracht.
Tot anno 2017 een cursus pottenbakken en een zeer gedreven leraar (Manu Willems) op mijn pad kwam. De hobby werd al gauw een passie. Eentje waar de rest voor moest wijken. Stap voor stap werd de droom groter. Het begon allemaal met een eigen draaischijf, daarna een oventje … uiteindelijk een geschikte locatie voor al dat materiaal, en natuurlijk een sfeervolle boschalet.
Het is een spannende evolutie om in verkoop te groeien van enthousiaste fans binnen familie- en vriendenkring, naar klanten die je van haar nog pluim kent. Ik houd erg van steengoed, omdat het door gebruik in dialoog gaat me de klant. Ik draai tassen -eerst zonder oor, dan met, en kommetjes, vergietjes, lepelpotten en taartplateau ‘s, tot vogelvoederhangers, vaasjes en zeepschaaltjes.
Voor STORMLOOP 22 en het thema water maakte ik een selectie gebruiksvoorwerpen met een knipoog naar de nattigheid. Vaasjes, zeepschalen en badkamer accessoires, vogeldrinkschalen enz., te bewonderen bij coffeebar Rij62.
In deze keramiek voor dagelijks gebruik zie je vaak het gebruik van facetten, ofwel het weghalen van stukken klei waardoor er platte vlakken ontstaan. Ook met gestempelde en ingebakken teksten heb ik een bijzondere band, keramiek met een stem vind je van me terug in onder andere de tassen uit de ‘PUNT.’-reeks.
Het fascinerende aan pottenbakken voor mij persoonlijk is het feit dat je als het ware uit het een homp klei, recht uit de aarde een gebruiksvoorwerp creëert. Ambachtelijk pottendraaien is zo divers, dat het nooit gaat vervelen. Achter de draaischijf ben je bezig met het maken van een vorm, daarna kan je deze verder uitpuren met details (facetten, tekst, oren, een handvat).
Na de ruwbak begeef je je op een ander fascinerend terrein, glazuren. Dat biedt nog eens oneindig veel mogelijkheden om je werk verder richting te geven. Al vroeg komt het besef dat je jaren nodig hebt om al deze verschillende aspecten van het pottenbakken te exploreren. Dus deze passie zal niet snel uitdoven, en de uitdaging om me nog meer te verdiepen, blijft zo bij me.